Woordeskat
Leer Bywoorde – Nederlands

nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
nêrens
Hierdie spore lei na nêrens.

buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
uit
Die siek kind mag nie uitgaan nie.

al
Het huis is al verkocht.
reeds
Die huis is reeds verkoop.

erg
Het kind is erg hongerig.
baie
Die kind is baie honger.

eerst
Veiligheid komt eerst.
eerste
Veiligheid kom eerste.

alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
alleen
Ek geniet die aand heeltemal alleen.

misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.
miskien
Sy wil miskien in ‘n ander land woon.

behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.
heeltemal
Sy is heeltemal skraal.

beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
hieronder
Hy lê hieronder op die vloer.

echt
Kan ik dat echt geloven?
regtig
Kan ek dit regtig glo?

in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
in
Gaan hy in of uit?
