Woordeskat
Leer Werkwoorde – Nederlands

wandelen
Hij wandelt graag in het bos.
stap
Hy hou daarvan om in die woud te stap.

overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.
oorreed
Sy moet dikwels haar dogter oorreed om te eet.

sterven
Veel mensen sterven in films.
sterf
Baie mense sterf in flieks.

voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.
verbygaan
Die twee gaan by mekaar verby.

monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
monitor
Alles word hier deur kameras gemonitor.
