verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.
መቆም
ዘፈኑን መቋቋም አልቻለችም.
versturen
Ze wil de brief nu versturen.
መላክ
ደብዳቤውን አሁን መላክ ትፈልጋለች።
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.
ማሻሻል
የእሷን ገጽታ ማሻሻል ትፈልጋለች.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.
መልስ
እሷ ሁል ጊዜ መጀመሪያ ትመልሳለች።
duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.
ግፋ
መኪናው ቆሞ መግፋት ነበረበት።
kopen
Ze willen een huis kopen.
ግዛ
ቤት መግዛት ይፈልጋሉ።
uitkomen
Wat komt er uit het ei?
ውጣ
ከእንቁላል ውስጥ ምን ይወጣል?
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.
መርሳት
ያለፈውን መርሳት አትፈልግም.
betalen
Ze betaalt online met een creditcard.
ክፍያ
በመስመር ላይ በክሬዲት ካርድ ትከፍላለች።
ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.
የታመመ ማስታወሻ ያግኙ
ከሐኪሙ የታመመ ማስታወሻ ማግኘት አለበት.
vertrekken
Het schip vertrekt uit de haven.
መነሳት
መርከቧ ከወደብ ይነሳል.
oprapen
We moeten alle appels oprapen.
ማንሳት
ሁሉንም ፖም ማንሳት አለብን.