‫المفردات

تعلم الأفعال – الإنجليزية (UK)

cms/verbs-webp/79317407.webp
comandar
Ell comanda el seu gos.
bevelen
Hij beveelt zijn hond.
cms/verbs-webp/73488967.webp
examinar
Les mostres de sang s’examinen en aquest laboratori.
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.
cms/verbs-webp/95938550.webp
portar
Vam portar un arbre de Nadal.
meenemen
We hebben een kerstboom meegenomen.
cms/verbs-webp/88597759.webp
prémer
Ell prémeix el botó.
drukken
Hij drukt op de knop.
cms/verbs-webp/121670222.webp
seguir
Els pollets sempre segueixen la seva mare.
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
cms/verbs-webp/59552358.webp
gestionar
Qui gestiona els diners a la teva família?
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?
cms/verbs-webp/113418367.webp
decidir
Ella no pot decidir quines sabates posar-se.
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.
cms/verbs-webp/81236678.webp
perdre
Ella va perdre una cita important.
missen
Ze heeft een belangrijke afspraak gemist.
cms/verbs-webp/36190839.webp
lluitar
Els bombers lluiten contra el foc des de l’aire.
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.
cms/verbs-webp/129945570.webp
respondre
Ella va respondre amb una pregunta.
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.
cms/verbs-webp/55128549.webp
llançar
Ell llança la pilota a la cistella.
gooien
Hij gooit de bal in de mand.
cms/verbs-webp/111750395.webp
tornar
No pot tornar sol.
teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.