‫المفردات

تعلم الأفعال – النرويجية

cms/verbs-webp/96531863.webp
deurgaan
Kan die kat deur hierdie gat gaan?
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?
cms/verbs-webp/108580022.webp
terugkeer
Die vader het uit die oorlog teruggekeer.
terugkeren
De vader is teruggekeerd uit de oorlog.
cms/verbs-webp/106665920.webp
voel
Die ma voel baie liefde vir haar kind.
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.
cms/verbs-webp/99725221.webp
lieg
Soms moet mens in ’n noodgeval lieg.
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.
cms/verbs-webp/100298227.webp
omhels
Hy omhels sy ou pa.
knuffelen
Hij knuffelt zijn oude vader.
cms/verbs-webp/44848458.webp
stop
Jy moet by die rooi lig stop.
stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.
cms/verbs-webp/70624964.webp
pret hê
Ons het baie pret by die kermis gehad!
plezier hebben
We hebben veel plezier gehad op de kermis!
cms/verbs-webp/68779174.webp
verteenwoordig
Prokureurs verteenwoordig hulle kliënte in die hof.
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
cms/verbs-webp/124740761.webp
stop
Die vrou stop ’n kar.
stoppen
De vrouw stopt een auto.
cms/verbs-webp/121820740.webp
begin
Die stappers het vroeg in die oggend begin.
beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.
cms/verbs-webp/100634207.webp
verduidelik
Sy verduidelik aan hom hoe die toestel werk.
uitleggen
Ze legt hem uit hoe het apparaat werkt.
cms/verbs-webp/47225563.webp
saamdink
Jy moet saamdink in kaartspelletjies.
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.