Лексіка
Партугальская (PT) – Дзеяслоў Практыкаванне

leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.

verlaten
Veel Engelsen wilden de EU verlaten.

vermijden
Hij moet noten vermijden.

duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.

liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.

gooien naar
Ze gooien de bal naar elkaar.

spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.

afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.

controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.

zien
Je kunt beter zien met een bril.

binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.
