Речник
Научете глаголи – беларуски

schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.
schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.
боядисвам
Искам да боядисам апартамента си.

een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!
правя грешка
Мисли внимателно, за да не направиш грешка!

vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.
vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.
опростявам
Трябва да опростяваш сложните неща за децата.

beginnen
School begint net voor de kinderen.
beginnen
School begint net voor de kinderen.
започвам
Училище току-що започва за децата.

garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.
гарантирам
Застраховката гарантира защита при инциденти.

ondertekenen
Hij ondertekende het contract.
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.
подписвам
Той подписа договора.

werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.
werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.
работя
Моторът е счупен; вече не работи.

sterven
Veel mensen sterven in films.
sterven
Veel mensen sterven in films.
умирам
Много хора умират във филмите.

binnenkomen
Hij komt de hotelkamer binnen.
binnenkomen
Hij komt de hotelkamer binnen.
влизам
Той влиза в хотелската стая.

begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.
begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.
разбирам
Не може да се разбере всичко за компютрите.

drinken
De koeien drinken water uit de rivier.
drinken
De koeien drinken water uit de rivier.
пия
Кравите пият вода от реката.
