Речник
Научете глаголи – японски

belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.
облагать налогом
Компании облагаются налогами различными способами.

bang zijn
Het kind is bang in het donker.
bang zijn
Het kind is bang in het donker.
бояться
Ребенок боится в темноте.

aankomen
Hij kwam net op tijd aan.
aankomen
Hij kwam net op tijd aan.
прибывать
Он прибыл как раз вовремя.

verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.
verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.
победить
Он победил своего соперника в теннисе.

leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.
познакомиться
Странные собаки хотят познакомиться друг с другом.

beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.
beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.
начинать бег
Атлет собирается начать бег.

aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
прибывать
Самолет прибыл вовремя.

verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.
verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.
предпочитать
Наша дочь не читает книг; она предпочитает свой телефон.

wegrennen
Iedereen rende weg van het vuur.
wegrennen
Iedereen rende weg van het vuur.
убегать
Все убежали от пожара.

beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.
beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.
начинать
Путешественники начали рано утром.

voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.
voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.
пустить вперед
Никто не хочет пустить его вперед у кассы в супермаркете.
