Речник

Научете глаголи – словенски

cms/verbs-webp/116519780.webp
走り出す
彼女は新しい靴で走り出します。
naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.
cms/verbs-webp/84506870.webp
酔う
彼はほとんど毎晩酔います。
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.
cms/verbs-webp/111750395.webp
戻る
彼は一人で戻ることはできません。
teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.
cms/verbs-webp/102169451.webp
取り扱う
問題を取り扱う必要があります。
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
cms/verbs-webp/88597759.webp
押す
彼はボタンを押します。
drukken
Hij drukt op de knop.
cms/verbs-webp/122479015.webp
切る
生地はサイズに合わせて切られています。
op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.
cms/verbs-webp/99769691.webp
通過する
電車が私たちのそばを通過しています。
voorbijgaan
De trein gaat aan ons voorbij.
cms/verbs-webp/46998479.webp
議論する
彼らは彼らの計画を議論しています。
bespreken
Ze bespreken hun plannen.
cms/verbs-webp/71612101.webp
入る
地下鉄が駅に入ってきたところです。
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
cms/verbs-webp/35071619.webp
通り過ぎる
二人はお互いに通り過ぎます。
voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.
cms/verbs-webp/28787568.webp
なくす
今日、私の鍵をなくしました!
verdwalen
Mijn sleutel is vandaag verloren gegaan!
cms/verbs-webp/101556029.webp
拒否する
子供はその食べ物を拒否します。
weigeren
Het kind weigert zijn eten.