শব্দভাণ্ডার
কান্নাড়া – ক্রিয়া ব্যায়াম

rennen
De atleet rent.

missen
Hij miste de spijker en verwondde zichzelf.

gebeuren
Er is iets ergs gebeurd.

onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.

bewust zijn van
Het kind is zich bewust van de ruzie van zijn ouders.

sturen
Dit bedrijf stuurt goederen over de hele wereld.

melden
Iedereen aan boord meldt zich bij de kapitein.

geïnteresseerd zijn
Ons kind is erg geïnteresseerd in muziek.

beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.

uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.

drinken
Ze drinkt thee.
