শব্দভাণ্ডার
ক্রিয়াপদ শিখুন – কোরিয়ান

aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
preguntar
La meva mestra sovint em pregunta.

uitnodigen
Wij nodigen je uit voor ons oudejaarsfeest.
uitnodigen
Wij nodigen je uit voor ons oudejaarsfeest.
convidar
Us convidem a la nostra festa de Cap d’Any.

overnachten
We overnachten in de auto.
overnachten
We overnachten in de auto.
passar la nit
Estem passant la nit a l’cotxe.

slapen
De baby slaapt.
slapen
De baby slaapt.
dormir
El bebè dorm.

voorstellen
Ze stelt zich elke dag iets nieuws voor.
voorstellen
Ze stelt zich elke dag iets nieuws voor.
imaginar-se
Ella s’imagina una cosa nova cada dia.

uitverkopen
De koopwaar wordt uitverkocht.
uitverkopen
De koopwaar wordt uitverkocht.
liquidar
La mercaderia s’està liquidant.

sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.
ordenar
A ell li agrada ordenar els seus segells.

beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?
beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?
descriure
Com es pot descriure els colors?
