Rječnik

Naučite glagole – nizozemski

cms/verbs-webp/96710497.webp
overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.
nadmašiti
Kitovi nadmašuju sve životinje po težini.
cms/verbs-webp/119235815.webp
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.
voljeti
Stvarno voli svog konja.
cms/verbs-webp/71883595.webp
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
ignorisati
Dijete ignoriše riječi svoje majke.
cms/verbs-webp/115847180.webp
helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.
pomoći
Svi pomažu postaviti šator.
cms/verbs-webp/33688289.webp
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
pustiti unutra
Nikada ne treba pustiti nepoznate osobe unutra.
cms/verbs-webp/85010406.webp
overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.
preskočiti
Sportista mora preskočiti prepreku.
cms/verbs-webp/93792533.webp
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?
značiti
Što znači ovaj grb na podu?
cms/verbs-webp/59066378.webp
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.
obratiti pažnju na
Treba obratiti pažnju na saobraćajne znakove.
cms/verbs-webp/116877927.webp
inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.
postaviti
Moja kćerka želi postaviti svoj stan.
cms/verbs-webp/109766229.webp
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
osjećati
Često se osjeća samim.
cms/verbs-webp/74009623.webp
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.
testirati
Auto se testira u radionici.
cms/verbs-webp/91147324.webp
belonen
Hij werd beloond met een medaille.
nagraditi
On je nagrađen medaljom.