Vocabulari
finès – Exercici de verbs

praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.

spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.

uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.

bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.

beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!

verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.

bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.

bespreken
Ze bespreken hun plannen.

knuffelen
Hij knuffelt zijn oude vader.

vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.

verkiezen
Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.
