Slovník

Naučte se slovesa – holandština

cms/verbs-webp/53646818.webp
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.
pustit dovnitř
Venku sněžilo a my je pustili dovnitř.
cms/verbs-webp/70864457.webp
brengen
De bezorger brengt het eten.
přinášet
Rozvozka přináší jídlo.
cms/verbs-webp/47225563.webp
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
sledovat myšlenku
U karetních her musíš sledovat myšlenku.
cms/verbs-webp/87205111.webp
overnemen
De sprinkhanen hebben de overhand genomen.
převzít
Kobylky to převzaly.
cms/verbs-webp/123211541.webp
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
sněžit
Dnes hodně sněžilo.
cms/verbs-webp/122638846.webp
sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.
nechat bez slov
Překvapení ji nechalo bez slov.
cms/verbs-webp/119269664.webp
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.
složit
Studenti složili zkoušku.
cms/verbs-webp/129203514.webp
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.
povídat si
Často si povídá se svým sousedem.
cms/verbs-webp/81740345.webp
samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.
shrnout
Musíte shrnout klíčové body z tohoto textu.
cms/verbs-webp/84847414.webp
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.
starat se
Náš syn se o své nové auto velmi dobře stará.
cms/verbs-webp/41935716.webp
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.
ztratit se
V lese je snadné se ztratit.
cms/verbs-webp/102853224.webp
samenbrengen
De taalcursus brengt studenten van over de hele wereld samen.
spojit
Jazykový kurz spojuje studenty z celého světa.