Ordliste
Lær verber – Ungarsk

schrijven
Hij schrijft een brief.
писать
Он пишет письмо.

horen
Ik kan je niet horen!
слышать
Я не слышу тебя!

teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.
возвращаться
Учитель возвращает студентам сочинения.

stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
наступать
Я не могу наступать на землю этой ногой.

doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!
делать
Вы должны были сделать это час назад!

moeten
Hij moet hier uitstappen.
должен
Он должен выйти здесь.

besparen
Je kunt geld besparen op verwarming.
экономить
Вы можете экономить на отоплении.

kennen
Ze kent veel boeken bijna uit haar hoofd.
знать
Она знает многие книги почти наизусть.

doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.
проходить
Вода была слишком высока; грузовик не смог проехать.

toestaan
Men mag depressie niet toestaan.
разрешать
Не следует разрешать депрессию.

schilderen
De auto wordt blauw geschilderd.
красить
Автомобиль красят в синий цвет.
