Ordliste

Lær verber – Urdu

cms/verbs-webp/105224098.webp
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
potvrdit
Mohla potvrdit dobrou zprávu svému manželovi.
cms/verbs-webp/122638846.webp
sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.
sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.
nechat bez slov
Překvapení ji nechalo bez slov.
cms/verbs-webp/118232218.webp
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
chránit
Děti musí být chráněny.
cms/verbs-webp/124575915.webp
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.
zlepšit
Chce si zlepšit postavu.
cms/verbs-webp/94482705.webp
vertalen
Hij kan tussen zes talen vertalen.
vertalen
Hij kan tussen zes talen vertalen.
přeložit
Může překládat mezi šesti jazyky.
cms/verbs-webp/106279322.webp
reizen
We reizen graag door Europa.
reizen
We reizen graag door Europa.
cestovat
Rádi cestujeme po Evropě.
cms/verbs-webp/85860114.webp
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
jít dál
V tomto bodě nemůžete jít dál.
cms/verbs-webp/106665920.webp
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.
cítit
Matka cítí pro své dítě mnoho lásky.
cms/verbs-webp/9435922.webp
dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.
dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.
přiblížit se
Slimáci se k sobě přibližují.
cms/verbs-webp/28642538.webp
laten staan
Vandaag moeten velen hun auto’s laten staan.
laten staan
Vandaag moeten velen hun auto’s laten staan.
nechat stát
Dnes mnoho lidí musí nechat stát svá auta.
cms/verbs-webp/108556805.webp
naar beneden kijken
Ik kon vanuit het raam naar het strand beneden kijken.
naar beneden kijken
Ik kon vanuit het raam naar het strand beneden kijken.
podívat se dolů
Mohl jsem se z okna podívat na pláž.
cms/verbs-webp/119913596.webp
geven
De vader wil zijn zoon wat extra geld geven.
geven
De vader wil zijn zoon wat extra geld geven.
dát
Otec chce svému synovi dát nějaké peníze navíc.