Vocabulary
Learn Adverbs – Dutch

binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
soon
A commercial building will be opened here soon.

bijna
Het is bijna middernacht.
almost
It is almost midnight.

in
Ze springen in het water.
into
They jump into the water.

te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
too much
He has always worked too much.

alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
alone
I am enjoying the evening all alone.

weg
Hij draagt de prooi weg.
away
He carries the prey away.

alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.
all
Here you can see all flags of the world.

behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.
quite
She is quite slim.

samen
De twee spelen graag samen.
together
The two like to play together.

altijd
Hier was altijd een meer.
always
There was always a lake here.

te veel
Het werk wordt me te veel.
too much
The work is getting too much for me.
