Vocabulary
Learn Verbs – Dutch

verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.
explore
The astronauts want to explore outer space.

genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.
generate
We generate electricity with wind and sunlight.

uitkomen
Wat komt er uit het ei?
come out
What comes out of the egg?

voorgaan
Gezondheid gaat altijd voor!
come first
Health always comes first!

publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.
publish
The publisher has published many books.

rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.
drive around
The cars drive around in a circle.

uitnodigen
Wij nodigen je uit voor ons oudejaarsfeest.
invite
We invite you to our New Year’s Eve party.

smaken
Dit smaakt echt goed!
taste
This tastes really good!

open laten
Wie de ramen open laat, nodigt inbrekers uit!
leave open
Whoever leaves the windows open invites burglars!

eten
De kippen eten de granen.
eat
The chickens are eating the grains.

werken
Ze werkt beter dan een man.
work
She works better than a man.
