Vortprovizo

Lernu Verbojn – nederlanda

cms/verbs-webp/104759694.webp
hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.
esperi
Multaj esperas pri pli bona estonteco en Eŭropo.
cms/verbs-webp/84314162.webp
uitspreiden
Hij spreidt zijn armen wijd uit.
etendi
Li etendas siajn brakojn larĝe.
cms/verbs-webp/118485571.webp
doen voor
Ze willen iets voor hun gezondheid doen.
fari
Ili volas fari ion por sia sano.
cms/verbs-webp/117491447.webp
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.
dependi
Li estas blinda kaj dependas de ekstera helpo.
cms/verbs-webp/81236678.webp
missen
Ze heeft een belangrijke afspraak gemist.
manki
Ŝi mankis gravan rendevuon.
cms/verbs-webp/120686188.webp
studeren
De meisjes studeren graag samen.
studi
La knabinoj ŝatas studi kune.
cms/verbs-webp/85191995.webp
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!
interkonsentiĝi
Finu vian batalon kaj fine interkonsentiĝu!
cms/verbs-webp/63935931.webp
draaien
Ze draait het vlees.
turni
Ŝi turnas la viandon.
cms/verbs-webp/91442777.webp
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
paŝi sur
Mi ne povas paŝi sur la teron per ĉi tiu piedo.
cms/verbs-webp/21342345.webp
leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.
ŝati
La infano ŝatas la novan ludilon.
cms/verbs-webp/109657074.webp
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.
forpeli
Unu cigno forpelas alian.
cms/verbs-webp/105238413.webp
besparen
Je kunt geld besparen op verwarming.
ŝpari
Vi povas ŝpari monon por hejtado.