Vortprovizo

Lernu Verbojn – nederlanda

cms/verbs-webp/123213401.webp
haten
De twee jongens haten elkaar.
malami
La du knaboj malamas unu la alian.
cms/verbs-webp/35071619.webp
voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.
preterpasi
La du preterpasas unu la alian.
cms/verbs-webp/67624732.webp
vrezen
We vrezen dat de persoon ernstig gewond is.
timi
Ni timas, ke la persono estas grave vundita.
cms/verbs-webp/118861770.webp
bang zijn
Het kind is bang in het donker.
timi
La infano timas en la mallumo.
cms/verbs-webp/61575526.webp
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.
cedi
Multaj malnovaj domoj devas cedi por la novaj.
cms/verbs-webp/92384853.webp
geschikt zijn
Het pad is niet geschikt voor fietsers.
taŭgi
La vojo ne taŭgas por biciklistoj.
cms/verbs-webp/79322446.webp
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
prezenti
Li prezentas sian novan koramikinon al siaj gepatroj.
cms/verbs-webp/100965244.webp
naar beneden kijken
Ze kijkt naar beneden het dal in.
rigardi
Ŝi rigardas malsupren en la valon.
cms/verbs-webp/33688289.webp
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
enlasi
Oni neniam devus enlasi fremdulojn.
cms/verbs-webp/102238862.webp
bezoeken
Een oude vriend bezoekt haar.
viziti
Malnova amiko vizitas ŝin.
cms/verbs-webp/116835795.webp
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.
alveni
Multaj homoj alvenas per aŭtokampoveturilo por ferii.
cms/verbs-webp/102677982.webp
voelen
Ze voelt de baby in haar buik.
senti
Ŝi sentas la bebon en sia ventro.