Vocabulario
Aprender adverbios – tigriña

in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
içeri
O içeri mi giriyor dışarı mı?

te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
çok fazla
O her zaman çok fazla çalıştı.

eerst
Veiligheid komt eerst.
eerst
Veiligheid komt eerst.
ilk
Güvenlik ilk sırada gelir.

naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
aşağı
Suya aşağıya atlıyor.

naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
aşağı
Yukarıdan aşağı düşüyor.

echt
Kan ik dat echt geloven?
echt
Kan ik dat echt geloven?
gerçekten
Buna gerçekten inanabilir miyim?

erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
üzerinde
Çatıya tırmanıp üzerinde oturuyor.

de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
bütün gün
Anne bütün gün çalışmalı.

daar
Het doel is daar.
daar
Het doel is daar.
orada
Hedef orada.

erg
Het kind is erg hongerig.
erg
Het kind is erg hongerig.
çok
Çocuk çok aç.

alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.
alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.
tüm
Burada dünyanın tüm bayraklarını görebilirsiniz.
