Vocabulario

trainen

Professionele atleten moeten elke dag trainen.

trainen

Professionele atleten moeten elke dag trainen.

тренировать

Профессиональные спортсмены должны тренироваться каждый день.

herinneren

De computer herinnert me aan mijn afspraken.

herinneren

De computer herinnert me aan mijn afspraken.

напоминать

Компьютер напоминает мне о моих встречах.

verheugen

Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.

verheugen

Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.

ждать

Дети всегда ждут снега.

voorstellen

De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.

voorstellen

De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.

предлагать

Женщина что-то предлагает своей подруге.

samenbrengen

De taalcursus brengt studenten van over de hele wereld samen.

samenbrengen

De taalcursus brengt studenten van over de hele wereld samen.

собирать

Языковой курс объединяет студентов со всего мира.

stoppen

De agente stopt de auto.

stoppen

De agente stopt de auto.

останавливать

Полицейская останавливает машину.

besparen

Je kunt geld besparen op verwarming.

besparen

Je kunt geld besparen op verwarming.

экономить

Вы можете экономить на отоплении.

controleren

Hij controleert wie daar woont.

controleren

Hij controleert wie daar woont.

проверять

Он проверяет, кто там живет.

aan de beurt komen

Even wachten, je komt zo aan de beurt!

aan de beurt komen

Even wachten, je komt zo aan de beurt!

дождаться

Пожалуйста, подождите, скоро ваша очередь!

slapen

De baby slaapt.

slapen

De baby slaapt.

спать

Ребенок спит.

afscheid nemen

De vrouw neemt afscheid.

afscheid nemen

De vrouw neemt afscheid.

прощаться

Женщина прощается.

weerzien

Ze zien elkaar eindelijk weer.

weerzien

Ze zien elkaar eindelijk weer.

увидеть снова

Они наконец видят друг друга снова.