لغت
یادگیری افعال – هلندی

verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.
وصل کردن
این پل دو محله را به هم وصل میکند.

versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.
تقویت کردن
ورزش از نوع ژیمناستیک ماهیچهها را تقویت میکند.

schrijven
Hij schrijft een brief.
نوشتن
او یک نامه مینویسد.

bedekken
Ze bedekt haar gezicht.
پوشاندن
او صورت خود را میپوشاند.

beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
محافظت کردن
یک کلاه باید از تصادفها محافظت کند.

wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.
جای دادن
بسیاری از خانههای قدیمی باید به خانههای جدید جای بدهند.

initiëren
Ze zullen hun scheiding initiëren.
شروع کردن
آنها طلاق خود را شروع خواهند کرد.

consumeren
Ze consumeert een stukje taart.
مصرف کردن
او یک قطعه کیک مصرف میکند.

verloven
Ze hebben stiekem verloofd!
نامزد شدن
آنها به طور مخفی نامزد شدهاند!

nodig hebben
Je hebt een krik nodig om een band te verwisselen.
نیاز داشتن
تو برای تغییر تایر به یک وینچ نیاز داری.

wonen
Ze wonen in een gedeeld appartement.
زندگی کردن
آنها در یک آپارتمان مشترک زندگی میکنند.
