لغت

یادگیری افعال – هلندی

cms/verbs-webp/27564235.webp
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.
کار کردن روی
او باید روی تمام این پرونده‌ها کار کند.
cms/verbs-webp/112970425.webp
boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.
ناراحت شدن
او ناراحت می‌شود زیرا او همیشه خر خر می‌کند.
cms/verbs-webp/41935716.webp
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.
گم شدن
آسان است در جنگل گم شوید.
cms/verbs-webp/119613462.webp
verwachten
Mijn zus verwacht een kind.
انتظار داشتن
خواهرم منتظر فرزند است.
cms/verbs-webp/63868016.webp
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.
برگشتن
سگ اسباب‌بازی را برمی‌گرداند.
cms/verbs-webp/118765727.webp
belasten
Kantoorwerk belast haar erg.
بار آوردن
کار دفتری به او زیاد بار می‌آورد.
cms/verbs-webp/61280800.webp
beheersen
Ik kan niet te veel geld uitgeven; ik moet me beheersen.
خودداری کردن
نمی‌توانم پول زیادی خرج کنم؛ باید خودداری کنم.
cms/verbs-webp/123834435.webp
terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.
پس گرفتن
دستگاه نقص دارد؛ فروشنده باید آن را پس بگیرد.
cms/verbs-webp/115267617.webp
durven
Ze durfden uit het vliegtuig te springen.
جرات کردن
آن‌ها جرات پریدن از هواپیما را داشتند.
cms/verbs-webp/21342345.webp
leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.
دوست داشتن
کودک اسباب‌بازی جدید را دوست دارد.
cms/verbs-webp/130288167.webp
schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.
تمیز کردن
او آشپزخانه را تمیز می‌کند.
cms/verbs-webp/70624964.webp
plezier hebben
We hebben veel plezier gehad op de kermis!
خوش گذراندن
ما در پارک تفریحی خیلی خوش گذشت!