لغت
یادگیری افعال – هلندی

wonen
Ze wonen in een gedeeld appartement.
زندگی کردن
آنها در یک آپارتمان مشترک زندگی میکنند.

samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.
خلاصه کردن
شما باید نکات کلیدی این متن را خلاصه کنید.

gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.
استفاده کردن
حتی کودکان کوچک هم از تبلت استفاده میکنند.

overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.
غلبه کردن
ورزشکاران بر آبشار غلبه کردند.

verkiezen
Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.
ترجیح دادن
بسیاری از کودکان به جای چیزهای سالم، شیرینیجات را ترجیح میدهند.

beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
محافظت کردن
یک کلاه باید از تصادفها محافظت کند.

overnemen
De sprinkhanen hebben de overhand genomen.
تصاحب کردن
ملخها تصاحب کردهاند.

verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
حذف کردن
چگونه میتوان لک وین زرد را حذف کرد؟

terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?
اتفاق افتادن
چگونه در این وضعیت قرار گرفتیم؟

zwemmen
Ze zwemt regelmatig.
شنا کردن
او به طور منظم شنا میزند.

haten
De twee jongens haten elkaar.
نفرت داشتن
این دو پسر از یکدیگر نفرت دارند.
