لغت

یادگیری افعال – نروژی

cms/verbs-webp/84506870.webp
dronk raak
Hy raak amper elke aand dronk.
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.
cms/verbs-webp/77646042.webp
brand
Jy moet nie geld brand nie.
verbranden
Je moet geen geld verbranden.
cms/verbs-webp/83661912.webp
voorberei
Hulle berei ’n heerlike maaltyd voor.
bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.
cms/verbs-webp/105875674.webp
skop
In vegkuns moet jy goed kan skop.
schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.
cms/verbs-webp/67035590.webp
spring
Hy het in die water gespring.
springen
Hij sprong in het water.
cms/verbs-webp/123211541.webp
sneeu
Dit het vandag baie gesneeu.
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
cms/verbs-webp/112755134.webp
bel
Sy kan net bel gedurende haar middagete pouse.
bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.
cms/verbs-webp/63935931.webp
draai
Sy draai die vleis.
draaien
Ze draait het vlees.
cms/verbs-webp/114593953.webp
ontmoet
Hulle het mekaar die eerste keer op die internet ontmoet.
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.
cms/verbs-webp/109157162.webp
kom maklik
Surfing kom maklik vir hom.
gemakkelijk gaan
Surfen gaat hem gemakkelijk af.
cms/verbs-webp/55128549.webp
gooi
Hy gooi die bal in die mandjie.
gooien
Hij gooit de bal in de mand.
cms/verbs-webp/96628863.webp
spaar
Die meisie spaar haar sakgeld.
sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.