Sanasto
bulgaria – Adverbiharjoitus

nooit
Men moet nooit opgeven.

altijd
Hier was altijd een meer.

erop
Hij klimt op het dak en zit erop.

bijna
Het is bijna middernacht.

echt
Kan ik dat echt geloven?

al
Het huis is al verkocht.

samen
De twee spelen graag samen.

minstens
De kapper kostte minstens niet veel.

buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.

te veel
Het werk wordt me te veel.

meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
