Vocabulaire

Apprendre les adverbes – Allemand

cms/adverbs-webp/46438183.webp
før
Hun var fetere før enn nå.
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.
cms/adverbs-webp/142768107.webp
aldri
Man bør aldri gi opp.
nooit
Men moet nooit opgeven.
cms/adverbs-webp/172832880.webp
veldig
Barnet er veldig sultent.
erg
Het kind is erg hongerig.
cms/adverbs-webp/135007403.webp
inn
Går han inn eller ut?
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
cms/adverbs-webp/176340276.webp
nesten
Det er nesten midnatt.
bijna
Het is bijna middernacht.
cms/adverbs-webp/178519196.webp
om morgenen
Jeg må stå opp tidlig om morgenen.
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.
cms/adverbs-webp/121005127.webp
om morgenen
Jeg har mye stress på jobben om morgenen.
‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.
cms/adverbs-webp/154535502.webp
snart
En forretningsbygning vil snart bli åpnet her.
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
cms/adverbs-webp/29021965.webp
ikke
Jeg liker ikke kaktusen.
niet
Ik hou niet van de cactus.
cms/adverbs-webp/66918252.webp
i det minste
Frisøren kostet i det minste ikke mye.
minstens
De kapper kostte minstens niet veel.
cms/adverbs-webp/132510111.webp
om natten
Månen skinner om natten.
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
cms/adverbs-webp/76773039.webp
for mye
Arbeidet blir for mye for meg.
te veel
Het werk wordt me te veel.