Vocabulaire

Apprendre les adverbes – Néerlandais

cms/adverbs-webp/77731267.webp
veel
Ik lees inderdaad veel.
beaucoup
Je lis effectivement beaucoup.
cms/adverbs-webp/76773039.webp
te veel
Het werk wordt me te veel.
trop
Le travail devient trop pour moi.
cms/adverbs-webp/154535502.webp
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
bientôt
Un bâtiment commercial ouvrira ici bientôt.
cms/adverbs-webp/142768107.webp
nooit
Men moet nooit opgeven.
jamais
On ne devrait jamais abandonner.
cms/adverbs-webp/75164594.webp
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.
souvent
On ne voit pas souvent des tornades.
cms/adverbs-webp/23708234.webp
correct
Het woord is niet correct gespeld.
correctement
Le mot n‘est pas orthographié correctement.
cms/adverbs-webp/40230258.webp
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
trop
Il a toujours trop travaillé.
cms/adverbs-webp/93260151.webp
nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!
jamais
Ne jamais aller au lit avec des chaussures !
cms/adverbs-webp/67795890.webp
in
Ze springen in het water.
dans
Ils sautent dans l‘eau.
cms/adverbs-webp/98507913.webp
alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.
tous
Ici, vous pouvez voir tous les drapeaux du monde.
cms/adverbs-webp/71670258.webp
gisteren
Het regende hard gisteren.
hier
Il a beaucoup plu hier.
cms/adverbs-webp/78163589.webp
bijna
Ik raakte bijna!
presque
J‘ai presque réussi !