Vocabulaire

Apprendre les verbes – Bengali

cms/verbs-webp/72855015.webp
ontvangen
Ze ontving een heel mooi cadeau.
ontvangen
Ze ontving een heel mooi cadeau.
receive
She received a very nice gift.
cms/verbs-webp/125088246.webp
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.
imitate
The child imitates an airplane.
cms/verbs-webp/103719050.webp
ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.
ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.
develop
They are developing a new strategy.
cms/verbs-webp/61575526.webp
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.
give way
Many old houses have to give way for the new ones.
cms/verbs-webp/64053926.webp
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.
overcome
The athletes overcome the waterfall.
cms/verbs-webp/114091499.webp
trainen
De hond wordt door haar getraind.
trainen
De hond wordt door haar getraind.
train
The dog is trained by her.
cms/verbs-webp/120128475.webp
denken
Ze moet altijd aan hem denken.
denken
Ze moet altijd aan hem denken.
think
She always has to think about him.
cms/verbs-webp/107852800.webp
kijken
Ze kijkt door een verrekijker.
kijken
Ze kijkt door een verrekijker.
look
She looks through binoculars.
cms/verbs-webp/46385710.webp
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
accept
Credit cards are accepted here.
cms/verbs-webp/82669892.webp
gaan
Waar gaan jullie beiden heen?
gaan
Waar gaan jullie beiden heen?
go
Where are you both going?
cms/verbs-webp/21689310.webp
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
call on
My teacher often calls on me.
cms/verbs-webp/115113805.webp
kletsen
Ze kletsen met elkaar.
kletsen
Ze kletsen met elkaar.
chat
They chat with each other.