Vocabulaire
Coréen – Exercice sur les verbes

terugvinden
Na de verhuizing kon ik mijn paspoort niet meer terugvinden.

omgaan
Men moet met problemen omgaan.

rondreizen
Ik heb veel rond de wereld gereisd.

voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.

voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.

bezitten
Ik bezit een rode sportwagen.

aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.

naar beneden kijken
Ik kon vanuit het raam naar het strand beneden kijken.

werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.

bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.

begeleiden
De hond begeleidt hen.
