Vocabulaire

Apprendre les verbes – Italien

cms/verbs-webp/98082968.webp
luisteren
Hij luistert naar haar.
lytte
Han lytter til hende.
cms/verbs-webp/11579442.webp
gooien naar
Ze gooien de bal naar elkaar.
kaste til
De kaster bolden til hinanden.
cms/verbs-webp/118026524.webp
ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.
modtage
Jeg kan modtage meget hurtigt internet.
cms/verbs-webp/118483894.webp
genieten
Ze geniet van het leven.
nyde
Hun nyder livet.
cms/verbs-webp/111750432.webp
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
hænge
Begge hænger på en gren.
cms/verbs-webp/6307854.webp
naar je toekomen
Het geluk komt naar je toe.
komme til dig
Held kommer til dig.
cms/verbs-webp/131098316.webp
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
gifte sig
Minderårige må ikke gifte sig.
cms/verbs-webp/91442777.webp
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
træde på
Jeg kan ikke træde på jorden med denne fod.
cms/verbs-webp/122632517.webp
misgaan
Alles gaat vandaag mis!
gå galt
Alt går galt i dag!
cms/verbs-webp/99592722.webp
vormen
We vormen samen een goed team.
danne
Vi danner et godt team sammen.
cms/verbs-webp/106665920.webp
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.
føle
Moderen føler stor kærlighed for sit barn.
cms/verbs-webp/117491447.webp
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.
afhænge
Han er blind og afhænger af ekstern hjælp.