Vocabulaire

Apprendre les verbes – Vietnamien

cms/verbs-webp/86710576.webp
vertrekken
Onze vakantiegasten vertrokken gisteren.
depart
Our holiday guests departed yesterday.
cms/verbs-webp/98082968.webp
luisteren
Hij luistert naar haar.
listen
He is listening to her.
cms/verbs-webp/129403875.webp
rinkelen
De bel rinkelt elke dag.
ring
The bell rings every day.
cms/verbs-webp/43100258.webp
ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.
meet
Sometimes they meet in the staircase.
cms/verbs-webp/104135921.webp
binnenkomen
Hij komt de hotelkamer binnen.
enter
He enters the hotel room.
cms/verbs-webp/106279322.webp
reizen
We reizen graag door Europa.
travel
We like to travel through Europe.
cms/verbs-webp/3819016.webp
missen
Hij miste de kans op een doelpunt.
miss
He missed the chance for a goal.
cms/verbs-webp/100011930.webp
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.
tell
She tells her a secret.
cms/verbs-webp/56994174.webp
uitkomen
Wat komt er uit het ei?
come out
What comes out of the egg?
cms/verbs-webp/33599908.webp
dienen
Honden dienen graag hun baasjes.
serve
Dogs like to serve their owners.
cms/verbs-webp/121102980.webp
meerijden
Mag ik met je meerijden?
ride along
May I ride along with you?
cms/verbs-webp/105875674.webp
schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.
kick
In martial arts, you must be able to kick well.