शब्दावली
क्रिया सीखें – अफ़्रीकांस

allow
One should not allow depression.
toestaan
Men mag depressie niet toestaan.

see again
They finally see each other again.
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.

wash up
I don’t like washing the dishes.
afwassen
Ik hou niet van afwassen.

cancel
He unfortunately canceled the meeting.
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.

have breakfast
We prefer to have breakfast in bed.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.

go further
You can’t go any further at this point.
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.

go out
The kids finally want to go outside.
uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.

touch
He touched her tenderly.
aanraken
Hij raakte haar teder aan.

park
The bicycles are parked in front of the house.
parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.

reduce
I definitely need to reduce my heating costs.
verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.

remind
The computer reminds me of my appointments.
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.
