Բառապաշար
Սովորիր բայերը – Hebrew

לצלצל
מי צלצל לדלת?
ltsltsl
my tsltsl ldlt?
bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?

הכיסה
היא הכיסה את הלחם בגבינה.
hkysh
hya hkysh at hlhm bgbynh.
bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.

נסעו
כשהאור השתנה, המכוניות נסעו.
ns’ev
kshhavr hshtnh, hmkvnyvt ns’ev.
wegrijden
Toen het licht veranderde, reden de auto’s weg.

תלוי
אגמונים תלויים מהגג.
tlvy
agmvnym tlvyym mhgg.
hangen
IJsspegels hangen van het dak.

יצר
הוא יצר דגם לבית.
ytsr
hva ytsr dgm lbyt.
creëren
Hij heeft een model voor het huis gecreëerd.

להפחית
אני בהחלט צריך להפחית את הוצאות החימום שלי.
lhphyt
any bhhlt tsryk lhphyt at hvtsavt hhymvm shly.
verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.

להחזיר
המכשיר פגום; הספק חייב להחזיר אותו.
lhhzyr
hmkshyr pgvm; hspq hyyb lhhzyr avtv.
terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.

לדבר אל
מישהו צריך לדבר איתו; הוא כל כך בודד.
ldbr al
myshhv tsryk ldbr aytv; hva kl kk bvdd.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.

נותן דבר
הפוליטיקאי נותן דבר בפני הרבה סטודנטים.
nvtn dbr
hpvlytyqay nvtn dbr bpny hrbh stvdntym.
een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.

לא להכות
ההורים לא צריכים להכות את הילדים שלהם.
la lhkvt
hhvrym la tsrykym lhkvt at hyldym shlhm.
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.

להכניס
אף אחד לא רוצה להכניס אותו לפניו בקו הקופה בסופרמרקט.
lhknys
ap ahd la rvtsh lhknys avtv lpnyv bqv hqvph bsvprmrqt.
voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.
