Vocabolario

Impara i verbi – Olandese

cms/verbs-webp/49853662.webp
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.
scrivere ovunque
Gli artisti hanno scritto su tutta la parete.
cms/verbs-webp/75281875.webp
zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.
occuparsi di
Il nostro custode si occupa della rimozione della neve.
cms/verbs-webp/113418367.webp
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.
decidere
Non riesce a decidere quale paio di scarpe mettere.
cms/verbs-webp/88597759.webp
drukken
Hij drukt op de knop.
premere
Lui preme il bottone.
cms/verbs-webp/114993311.webp
zien
Je kunt beter zien met een bril.
vedere
Puoi vedere meglio con gli occhiali.
cms/verbs-webp/74908730.webp
veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.
causare
Troppa gente causa rapidamente il caos.
cms/verbs-webp/54887804.webp
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.
garantire
L’assicurazione garantisce protezione in caso di incidenti.
cms/verbs-webp/120128475.webp
denken
Ze moet altijd aan hem denken.
pensare
Lei deve sempre pensare a lui.
cms/verbs-webp/6307854.webp
naar je toekomen
Het geluk komt naar je toe.
venire
La fortuna sta venendo da te.
cms/verbs-webp/86215362.webp
sturen
Dit bedrijf stuurt goederen over de hele wereld.
inviare
Questa azienda invia merci in tutto il mondo.
cms/verbs-webp/87317037.webp
spelen
Het kind speelt liever alleen.
giocare
Il bambino preferisce giocare da solo.
cms/verbs-webp/90287300.webp
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
suonare
Senti la campana suonare?