niet
Ik hou niet van de cactus.
ではない
私はサボテンが好きではない。
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
すぐに
ここに商業ビルがすぐにオープンする。
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
外
病気の子供は外出してはいけない。
uit
Hij zou graag uit de gevangenis willen komen.
外へ
彼は刑務所から外へ出たいと思っています。
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
どこかに
ウサギはどこかに隠れています。
echt
Kan ik dat echt geloven?
本当に
本当にそれを信じてもいいですか?
in
De twee komen binnen.
中に
二人は中に入ってくる。
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
再び
彼らは再び会った。
gisteren
Het regende hard gisteren.
昨日
昨日は大雨が降った。
‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.
朝に
私は朝に仕事でたくさんのストレスを感じています。
te veel
Het werk wordt me te veel.
余りにも
仕事が余りにも多くなってきました。
misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.
おそらく
彼女はおそらく別の国に住みたい。