gisteren
Het regende hard gisteren.
昨日
昨日は大雨が降った。
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.
以前
彼女は以前、今よりもっと太っていた。
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.
もう一度
彼はすべてをもう一度書く。
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
明日
明日何が起こるか誰も知らない。
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
もっと
年上の子供はもっとお小遣いをもらいます。
samen
De twee spelen graag samen.
一緒に
二人は一緒に遊ぶのが好きです。
minstens
De kapper kostte minstens niet veel.
少なくとも
美容師は少なくともあまり費用がかかりませんでした。
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
下へ
彼は上から下へと落ちる。
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
過度に
彼はいつも過度に働いている。
misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.
おそらく
彼女はおそらく別の国に住みたい。
gratis
Zonne-energie is gratis.
無料で
太陽エネルギーは無料である。
behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.
かなり
彼女はかなり細身です。