単語

副詞を学ぶ – オランダ語

cms/adverbs-webp/132151989.webp
links
Aan de linkerkant zie je een schip.
左に
左に、船が見えます。
cms/adverbs-webp/133226973.webp
net
Ze is net wakker geworden.
ちょうど
彼女はちょうど目を覚ました。
cms/adverbs-webp/71970202.webp
behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.
かなり
彼女はかなり細身です。
cms/adverbs-webp/162590515.webp
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
十分に
彼女は眠りたいし、騒音には十分だと感じている。
cms/adverbs-webp/123249091.webp
samen
De twee spelen graag samen.
一緒に
二人は一緒に遊ぶのが好きです。
cms/adverbs-webp/128130222.webp
samen
We leren samen in een kleine groep.
一緒に
小さなグループで一緒に学びます。
cms/adverbs-webp/96364122.webp
eerst
Veiligheid komt eerst.
最初に
安全が最初に来ます。
cms/adverbs-webp/176340276.webp
bijna
Het is bijna middernacht.
ほとんど
もうほとんど真夜中だ。
cms/adverbs-webp/71670258.webp
gisteren
Het regende hard gisteren.
昨日
昨日は大雨が降った。
cms/adverbs-webp/145489181.webp
misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.
おそらく
彼女はおそらく別の国に住みたい。
cms/adverbs-webp/176235848.webp
in
De twee komen binnen.
中に
二人は中に入ってくる。
cms/adverbs-webp/77321370.webp
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
例として
例としてこの色はどうですか?