単語
副詞を学ぶ – オランダ語

links
Aan de linkerkant zie je een schip.
左に
左に、船が見えます。

net
Ze is net wakker geworden.
ちょうど
彼女はちょうど目を覚ました。

behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.
かなり
彼女はかなり細身です。

genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
十分に
彼女は眠りたいし、騒音には十分だと感じている。

samen
De twee spelen graag samen.
一緒に
二人は一緒に遊ぶのが好きです。

samen
We leren samen in een kleine groep.
一緒に
小さなグループで一緒に学びます。

eerst
Veiligheid komt eerst.
最初に
安全が最初に来ます。

bijna
Het is bijna middernacht.
ほとんど
もうほとんど真夜中だ。

gisteren
Het regende hard gisteren.
昨日
昨日は大雨が降った。

misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.
おそらく
彼女はおそらく別の国に住みたい。

in
De twee komen binnen.
中に
二人は中に入ってくる。
