単語

副詞を学ぶ – オランダ語

cms/adverbs-webp/71670258.webp
gisteren
Het regende hard gisteren.
昨日
昨日は大雨が降った。
cms/adverbs-webp/178180190.webp
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
そこに
そこに行って、再び尋ねてみて。
cms/adverbs-webp/133226973.webp
net
Ze is net wakker geworden.
ちょうど
彼女はちょうど目を覚ました。
cms/adverbs-webp/102260216.webp
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
明日
明日何が起こるか誰も知らない。
cms/adverbs-webp/71970202.webp
behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.
かなり
彼女はかなり細身です。
cms/adverbs-webp/174985671.webp
bijna
De tank is bijna leeg.
ほとんど
タンクはほとんど空です。
cms/adverbs-webp/178600973.webp
iets
Ik zie iets interessants!
何か
何か面白いものを見ています!
cms/adverbs-webp/142768107.webp
nooit
Men moet nooit opgeven.
決して
決して諦めるべきではない。
cms/adverbs-webp/134906261.webp
al
Het huis is al verkocht.
既に
その家は既に売られています。
cms/adverbs-webp/77321370.webp
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
例として
例としてこの色はどうですか?
cms/adverbs-webp/29021965.webp
niet
Ik hou niet van de cactus.
ではない
私はサボテンが好きではない。
cms/adverbs-webp/7769745.webp
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.
もう一度
彼はすべてをもう一度書く。