Сөздік
German – Етістік жаттығуы

samenwonen
De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.

ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.

aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.

overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.

proeven
De chef-kok proeft de soep.

willen verlaten
Ze wil haar hotel verlaten.

verkennen
Mensen willen Mars verkennen.

ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.

bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.

plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.

klinken
Haar stem klinkt fantastisch.
