Сөздік
Етістіктерді үйреніңіз – Vietnamese

uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.
selgitama
Vanaisa selgitab maailma oma lapselapsele.

voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
tundma
Ta tunneb sageli end üksikuna.

redden
De dokters konden zijn leven redden.
päästma
Arstid suutsid ta elu päästa.

belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.
maksustama
Ettevõtteid maksustatakse erinevalt.

overnachten
We overnachten in de auto.
ööbima
Me ööbime autos.

oefenen
Hij oefent elke dag met zijn skateboard.
harjutama
Ta harjutab iga päev oma rula.

durven
Ze durfden uit het vliegtuig te springen.
julgema
Nad julgesid lennukist välja hüpata.

verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.
kolima
Mu vennapoeg kolib.

geïnteresseerd zijn
Ons kind is erg geïnteresseerd in muziek.
huvituma
Meie laps on muusikast väga huvitatud.

aanraken
De boer raakt zijn planten aan.
puudutama
Põllumees puudutab oma taimi.

geschikt zijn
Het pad is niet geschikt voor fietsers.
sobima
Tee ei sobi jalgratturitele.
