ter sprake brengen
Hoe vaak moet ik dit argument ter sprake brengen?
언급하다
이 논쟁을 몇 번이나 다시 언급해야 하나요?
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.
수영하다
그녀는 정기적으로 수영한다.
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.
다이얼하다
그녀는 전화를 받아 번호를 다이얼했습니다.
beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.
시작하다
아침 일찍 등산객들이 시작했다.
uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.
출판하다
출판사는 이 잡지들을 출판한다.
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.
익숙해지다
아이들은 치아를 닦는 것에 익숙해져야 한다.
updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.
업데이트하다
요즘에는 지식을 계속 업데이트해야 합니다.
uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.
잘라내다
모양들은 잘려져야 한다.
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
해고하다
내 상사는 나를 해고했다.
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!
잃다
기다려, 너 지갑을 잃어버렸어!
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
불러내다
나의 선생님은 자주 나를 불러낸다.
klinken
Haar stem klinkt fantastisch.
들리다
그녀의 목소리는 환상적으로 들린다.