Сөз байлыгы
Этиштерди үйрөнүү – казакча

bezorgen
Hij bezorgt pizza’s aan huis.
bezorgen
Hij bezorgt pizza’s aan huis.
pristatyti
Jis pristato picas į namus.

aansteken
Hij stak een lucifer aan.
aansteken
Hij stak een lucifer aan.
deginti
Jis padegė žvakę.

beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?
beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?
apibūdinti
Kaip galima apibūdinti spalvas?

verhuren
Hij verhuurt zijn huis.
verhuren
Hij verhuurt zijn huis.
nuomotis
Jis nuomoja savo namą.

verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.
verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.
džiuginti
Įvartis džiugina vokiečių futbolo gerbėjus.

met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.
met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.
važiuoti traukiniu
Aš ten važiuosiu traukiniu.

aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.
atvykti
Daug žmonių atvyksta atostogauti su kemperiu.

voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.
voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.
leisti priekin
Nieks nenori leisti jam eiti pirmyn prie prekybos centro kasos.

kletsen
Ze kletsen met elkaar.
kletsen
Ze kletsen met elkaar.
kalbėtis
Jie kalbasi tarpusavyje.

moeten
Men zou veel water moeten drinken.
moeten
Men zou veel water moeten drinken.
turėtumėte
Žmogus turėtų gerti daug vandens.

reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
keliauti
Jam patinka keliauti ir jis yra matęs daug šalių.
