Vārdu krājums
Uzziniet darbības vārdus – kazahu

verdwalen
Ik ben onderweg verdwaald.
verdwalen
Ik ben onderweg verdwaald.
ära eksima
Ma eksisin teel ära.

sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.
sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.
säästma
Tüdruk säästab oma taskuraha.

beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
kaitsma
Kiiver peaks kaitsma õnnetuste eest.

vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.
transportima
Veoauto transpordib kaupu.

bedekken
Ze bedekt haar haar.
bedekken
Ze bedekt haar haar.
katma
Ta katab oma juukseid.

opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.
opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.
tähelepanu pöörama
Tänavamärkidele peab tähelepanu pöörama.

zwemmen
Ze zwemt regelmatig.
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.
ujuma
Ta ujub regulaarselt.

doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?
läbi minema
Kas kass saab sellest august läbi minna?

bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.
sünnitama
Ta sünnitab varsti.

nodig hebben
Je hebt een krik nodig om een band te verwisselen.
nodig hebben
Je hebt een krik nodig om een band te verwisselen.
vajama
Sul on rehvi vahetamiseks tõstukit vaja.

slaan
Ze slaat de bal over het net.
slaan
Ze slaat de bal over het net.
lööma
Ta lööb palli üle võrgu.
