शब्दसंग्रह
क्रियापद शिका – स्लोव्हेनियन

overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.
přesvědčit
Často musí přesvědčit svou dceru, aby jedla.

verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
těšit se
Děti se vždy těší na sníh.

oprapen
We moeten alle appels oprapen.
sebrat
Musíme sebrat všechna jablka.

beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.
začít
Turisté začali brzy ráno.

aanraken
De boer raakt zijn planten aan.
dotknout se
Rolník se dotýká svých rostlin.

verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.
potěšit
Gól potěšil německé fotbalové fanoušky.

naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.
dovézt
Po nákupu oba dovezou domů.

wakker worden
Hij is net wakker geworden.
probudit se
Právě se probudil.

trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.
trénovat
Profesionální sportovci musí trénovat každý den.

draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.
vytočit
Vzala telefon a vytočila číslo.

stoppen
De vrouw stopt een auto.
zastavit
Žena zastavila auto.
