Taalgids

nl Bijvoeglijke naamwoorden 3   »   el Επίθετα 3

80 [tachtig]

Bijvoeglijke naamwoorden 3

Bijvoeglijke naamwoorden 3

80 [ογδόντα]

80 [ogdónta]

Επίθετα 3

Epítheta 3

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Grieks Geluid meer
Zij heeft een hond. (-υτ----χε--έ-α- σ----. (_____ έ___ έ___ σ_____ (-υ-ή- έ-ε- έ-α- σ-ύ-ο- ----------------------- (Αυτή) έχει έναν σκύλο. 0
E-í---t--3 E_______ 3 E-í-h-t- 3 ---------- Epítheta 3
De hond is groot. Ο--κύ-ο- είν-- μεγά--ς. Ο σ_____ ε____ μ_______ Ο σ-ύ-ο- ε-ν-ι μ-γ-λ-ς- ----------------------- Ο σκύλος είναι μεγάλος. 0
Epíthe-- 3 E_______ 3 E-í-h-t- 3 ---------- Epítheta 3
Zij heeft een grote hond. (-υτή) έ-ει---α μεγ----σ---ο. (_____ έ___ έ__ μ_____ σ_____ (-υ-ή- έ-ε- έ-α μ-γ-λ- σ-ύ-ο- ----------------------------- (Αυτή) έχει ένα μεγάλο σκύλο. 0
(A---)--ch-i ---n ský--. (_____ é____ é___ s_____ (-u-ḗ- é-h-i é-a- s-ý-o- ------------------------ (Autḗ) échei énan skýlo.
Zij heeft een huis. (Α-τ---έ----έ-α-σπ--ι. (_____ έ___ έ__ σ_____ (-υ-ή- έ-ε- έ-α σ-ί-ι- ---------------------- (Αυτή) έχει ένα σπίτι. 0
(-ut------e-----n -k-l-. (_____ é____ é___ s_____ (-u-ḗ- é-h-i é-a- s-ý-o- ------------------------ (Autḗ) échei énan skýlo.
Het huis is klein. Τ---π-τι-ε------ι---. Τ_ σ____ ε____ μ_____ Τ- σ-ί-ι ε-ν-ι μ-κ-ό- --------------------- Το σπίτι είναι μικρό. 0
(--tḗ- -che--én-n -kýl-. (_____ é____ é___ s_____ (-u-ḗ- é-h-i é-a- s-ý-o- ------------------------ (Autḗ) échei énan skýlo.
Zij heeft een klein huis. (Αυτή) ---ι--να--ικ-ό ----ι. (_____ έ___ έ__ μ____ σ_____ (-υ-ή- έ-ε- έ-α μ-κ-ό σ-ί-ι- ---------------------------- (Αυτή) έχει ένα μικρό σπίτι. 0
O-s-ýlos -í--i--eg-los. O s_____ e____ m_______ O s-ý-o- e-n-i m-g-l-s- ----------------------- O skýlos eínai megálos.
Hij woont in een hotel. (---ό----έν----ε έν---ε-ο-ο--ίο. (______ μ____ σ_ έ__ ξ__________ (-υ-ό-) μ-ν-ι σ- έ-α ξ-ν-δ-χ-ί-. -------------------------------- (Αυτός) μένει σε ένα ξενοδοχείο. 0
O-s---os-e--ai me-á--s. O s_____ e____ m_______ O s-ý-o- e-n-i m-g-l-s- ----------------------- O skýlos eínai megálos.
Het hotel is goedkoop. Το-ξεν---χ-ίο---ναι φτην-. Τ_ ξ_________ ε____ φ_____ Τ- ξ-ν-δ-χ-ί- ε-ν-ι φ-η-ό- -------------------------- Το ξενοδοχείο είναι φτηνό. 0
O-s---o---í-a- ------s. O s_____ e____ m_______ O s-ý-o- e-n-i m-g-l-s- ----------------------- O skýlos eínai megálos.
Hij woont in een goedkoop hotel. (---ό-) μένε- -- ένα---η-ό-ξ-----χε-ο. (______ μ____ σ_ έ__ φ____ ξ__________ (-υ-ό-) μ-ν-ι σ- έ-α φ-η-ό ξ-ν-δ-χ-ί-. -------------------------------------- (Αυτός) μένει σε ένα φτηνό ξενοδοχείο. 0
(----) -che- -na-me---o sk--o. (_____ é____ é__ m_____ s_____ (-u-ḗ- é-h-i é-a m-g-l- s-ý-o- ------------------------------ (Autḗ) échei éna megálo skýlo.
Hij heeft een auto. (--τ-ς--έχ-- έ---αυτο---ητο. (______ έ___ έ__ α__________ (-υ-ό-) έ-ε- έ-α α-τ-κ-ν-τ-. ---------------------------- (Αυτός) έχει ένα αυτοκίνητο. 0
(---ḗ) é--e- é-a-m----o --ýlo. (_____ é____ é__ m_____ s_____ (-u-ḗ- é-h-i é-a m-g-l- s-ý-o- ------------------------------ (Autḗ) échei éna megálo skýlo.
De auto is duur. Τ---υτοκ-νη-ο εί-α- ---ι--. Τ_ α_________ ε____ α______ Τ- α-τ-κ-ν-τ- ε-ν-ι α-ρ-β-. --------------------------- Το αυτοκίνητο είναι ακριβό. 0
(Au----é---i-é-a m--á-o ský--. (_____ é____ é__ m_____ s_____ (-u-ḗ- é-h-i é-a m-g-l- s-ý-o- ------------------------------ (Autḗ) échei éna megálo skýlo.
Hij heeft een dure auto. (Αυτ--) έχει ένα -κ--β- αυ-ο-ί---ο. (______ έ___ έ__ α_____ α__________ (-υ-ό-) έ-ε- έ-α α-ρ-β- α-τ-κ-ν-τ-. ----------------------------------- (Αυτός) έχει ένα ακριβό αυτοκίνητο. 0
(--tḗ) é-h-- én- --í--. (_____ é____ é__ s_____ (-u-ḗ- é-h-i é-a s-í-i- ----------------------- (Autḗ) échei éna spíti.
Hij leest een roman. (Α-τ-ς) -ι-βά--- -να--υ-ιστ--η--. (______ δ_______ έ__ μ___________ (-υ-ό-) δ-α-ά-ε- έ-α μ-θ-σ-ό-η-α- --------------------------------- (Αυτός) διαβάζει ένα μυθιστόρημα. 0
(A-t-) -ch-i --a s-í--. (_____ é____ é__ s_____ (-u-ḗ- é-h-i é-a s-í-i- ----------------------- (Autḗ) échei éna spíti.
De roman is saai. Το---θισ--------ίν-- --ρετό. Τ_ μ__________ ε____ β______ Τ- μ-θ-σ-ό-η-α ε-ν-ι β-ρ-τ-. ---------------------------- Το μυθιστόρημα είναι βαρετό. 0
(A--ḗ--éch-- éna -pí-i. (_____ é____ é__ s_____ (-u-ḗ- é-h-i é-a s-í-i- ----------------------- (Autḗ) échei éna spíti.
Hij leest een saaie roman. (Α--ός- -ια-άζ-- --α-β--ε-ό--υ-ι----ημα. (______ δ_______ έ__ β_____ μ___________ (-υ-ό-) δ-α-ά-ε- έ-α β-ρ-τ- μ-θ-σ-ό-η-α- ---------------------------------------- (Αυτός) διαβάζει ένα βαρετό μυθιστόρημα. 0
T--sp--i eí--- m-k-ó. T_ s____ e____ m_____ T- s-í-i e-n-i m-k-ó- --------------------- To spíti eínai mikró.
Zij kijkt naar een film. (Α-τ---βλ-πε- μ-α -----α. (_____ β_____ μ__ τ______ (-υ-ή- β-έ-ε- μ-α τ-ι-ί-. ------------------------- (Αυτή) βλέπει μια ταινία. 0
T--------e-n-i -----. T_ s____ e____ m_____ T- s-í-i e-n-i m-k-ó- --------------------- To spíti eínai mikró.
De film is spannend. Η--α------χ------ν-α. Η τ_____ έ___ α______ Η τ-ι-ί- έ-ε- α-ω-ί-. --------------------- Η ταινία έχει αγωνία. 0
T- spíti -í--- -ik--. T_ s____ e____ m_____ T- s-í-i e-n-i m-k-ó- --------------------- To spíti eínai mikró.
Zij kijkt naar een spannende film. (Αυτή------ε- -------ν-----υ έχ-ι-α-ω---. (_____ β_____ μ__ τ_____ π__ έ___ α______ (-υ-ή- β-έ-ε- μ-α τ-ι-ί- π-υ έ-ε- α-ω-ί-. ----------------------------------------- (Αυτή) βλέπει μία ταινία που έχει αγωνία. 0
(--t-- é--ei-éna-mik-ó--pít-. (_____ é____ é__ m____ s_____ (-u-ḗ- é-h-i é-a m-k-ó s-í-i- ----------------------------- (Autḗ) échei éna mikró spíti.

De taal van de wetenschap

De taal van de wetenschap is een taal op zich. Het wordt voor professionele discussies gebruikt. Ook in wetenschappelijke publicaties wordt het gebruikt. Vroeger waren er gemeenschappelijke wetenschappelijke talen. In de Europese landen domineerde vroeger het Latijns de wetenschap. Maar tegenwoordig is het Engels de belangrijkste taal van de wetenschap. Wetenschappelijke talen zijn vaktalen. Ze bevatten zeer vele specifieke termen. Hun belangrijkste kenmerken zijn normalisering en formalisering. Sommigen zeggen dat de wetenschappers doelbewust onverstaanbaar spreken. Als er iets ingewikkeld is dan lijkt het intelligenter. Maar de wetenschap is gebaseerd op de waarheid. Het moet daarom een neutrale taal gebruiken. Voor retorische elementen of vage zinnen is geen ruimte. Toch zijn er veel voorbeelden van een overdreven ingewikkelde taal. En ingewikkelde taal lijkt bij de mensen te fascineren! Onderzoeken bevestigen dat we moeilijke talen meer vertrouwen. De testpersonen werden gevraagd om enkele vragen te beantwoorden. Daarbij moesten ze kiezen uit verschillende antwoorden. Sommige antwoorden waren eenvoudig en anderen waren zeer ingewikkeld. De meeste testpersonen kozen voor het complexe antwoord. Maar dat had absoluut geen zin! De testpersonen lieten zich door de taal misleiden. Hoewel de inhoud absurd was, waren ze onder de indruk van de vragenlijst. Het schrijven is ingewikkeld, maar niet altijd een kunst. Iedereen kan leren om van een eenvoudige inhoud, een complexe taal te maken. Moeilijke dingen simpel uitdrukken is echter niet zo eenvoudig. Heel vaak is het eenvoudige ook heel complex...