Woordenlijst
Afrikaans – Bijwoordenoefening

de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.

maar
Het huis is klein maar romantisch.

samen
We leren samen in een kleine groep.

daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.

ook
De hond mag ook aan tafel zitten.

echt
Kan ik dat echt geloven?

minstens
De kapper kostte minstens niet veel.

binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.

alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.

over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.

samen
De twee spelen graag samen.
