Woordenlijst
Amharisch – Bijwoordenoefening

in
De twee komen binnen.

waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.

al
Hij slaapt al.

erg
Het kind is erg hongerig.

iets
Ik zie iets interessants!

samen
De twee spelen graag samen.

bijna
De tank is bijna leeg.

de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.

genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.

uit
Hij zou graag uit de gevangenis willen komen.

ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
