Woordenlijst
Amharisch – Bijwoordenoefening

ook
De hond mag ook aan tafel zitten.

naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.

‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.

samen
De twee spelen graag samen.

al
Hij slaapt al.

ook
Haar vriendin is ook dronken.

buiten
We eten vandaag buiten.

minstens
De kapper kostte minstens niet veel.

waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.

gisteren
Het regende hard gisteren.

opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
